De romp is lang en smal, maar wel voldoende stevig bespierd. De ruglijn is horizontaal. De kop- nek- ruglijn vormt een ‘Z- lijn’. De wervelkolom is goed voelbaar. De borstomvang is ovaal en de bouw van de middenhand is wigvormig. De uier/ balzak is niet bewold. De staart is lang. Hij reikt tot aan de hak of langer en is geheel bewold. Een lichte krul naar boven van de staartpunt is toegestaan. Bij lammeren is de staartpunt vaak gekleurd ( net zoals de nekvlek ). De kleur van de staartwol van volwassen dieren is overeenkomstig de rest van de vacht zonder opvallende vlekken.