Bosrank, een typische liaan van de kalkrijke bodems, bloeit met roomwitte bloemen in juni en siert het bos in de winter met opvallende, vreemde bollen met zaadpluizen. De gewone es zie je in grote aantallen staan en in de ondergroei zie spaanse aak en hazelaar. Een ideaal biotoop voor heel wat vogels zoals; roodborstje, tjif-tjaf, winterkoning, fitis, merel, groene specht, wielewaal, zanglijster en zwartkop. Als je deze vogels wil horen en met een beetje geluk ook zien moet je zelf een ?vroege vogel? zijn. Op sommige plaatsen zie je prachtige struiken van de zuurbes. In de winter veranderen de gele bloemen in felrode bessen.
Als je het bos verlaat kan je via een aangelegd pad tegen de flanken naar de hoger gelegen kalkgraslanden wandelen. Hier lopen vaak Mergelland schapen. Ze lammeren hier ook af in de grotten. Op het einde van het pad zie je flinke gaten in de kalkwand. Het zijn grotten die nog getuigen van de vroegere mergel- en silexontginnig. Nu bieden deze grotten een slaapplaats voorverschillende vleermuissoorten; waaronder de grote hoefijzerneus.
In deze mergelgrotten in de flanken van de Montagne Saint Pierre huizen vele soorten vleermuizen waaronder de grote hoefijzerneus. |