De kunst van schapen scheren is vooral het schaap goed in bedwang houden. Doe je dat, dan zal het schaap zich gewonnen geven, zich veilig voelen en niet willen tegenstribbelen om vrij te komen. Zorg vervolgens dat de huid strak gespannen staat. Dus buig nek, strek de poten en trek met vlakke vrije hand de buikwand glad…
Algemene tips
Schone werkplek
Zorg dat de scheerplek een gelijkmatige ondergrond heeft die schoon is. Geen stroresten en dergelijke die de wol kunnen vervuilen. Op gras is het fijner knielen dan op beton. Scheer buiten, dan heb je van alle kanten goed licht.
Natte vacht niet scheren
Schapen met een natte vacht niet scheren; de opgeborgen wol gaat dan broeien.
12 uur vasten
Laat de schapen minstens 12 uur voor het scheren niet meer eten. Zij zijn dan rustiger te scheren en poepen niet. Dan raakt de wol en scheerplaats ook niet extra vervuild, maar -nog belangrijker- het is de beste remedie tegen “scheerziekte”. Schapen hebben een lang darmstelsel. Bij het keren van een schaap tijdens het scheren kan dat stelsel van darmen verdraaien en daardoor dichtsnoeren -evenals de bloedvaten er om heen- waardoor er gasophoping ontstaat met de dood vrijwel direct tot gevolg. Bij lege darmen is de kans op scheerziekte nihil.
Goed geslepen
Het bekende spreekwoord “goed gereedschap is het halve werk” gaat ook bij schaapscheren op. Je schaar moet goed geslepen zijn en de lemmeten moeten zo ten opzichte van elkaar staan dat bij een geopende schaar de lemmeten elkaar alleen raken ter hoogte van de voet (de overgang naar de handgrepen). De lemmeten zijn ten opzichte van elkaar naar binnen gebogen en de punten van de schaar moeten bij een geopende schaar ongeveer een halve cm van elkaar verwijderd zijn.
Schapen scheren (met een schapenschaar) in 30 stappen
Scheerder Willem Eickmans
Fotografie Aniet Janssen
Schapenras Mergellandschaap
Locatie Lemmehof Sevenum
Datum 19 mei 2020
Artikel uit Dèh-Kom 2020 – nr 2 (pag 12 tm 17)
1. Vervoer.
Trek het schaap NIET aan de wol mee. Leg de linkerarm onder de hals en de rechterhand om de staartaanzet.
Zorg dat het schaap in een kleine ruimte staat. Jaag haar naar de hoek waar ook de uitgang is. (Dan hoef je het minste met haar te lopen.) Volg haar snel en pak haar bij het hoofd. Houdt haar onder controle door met je linkerhand onder de kin het hoofd omhoog te doen. Door nu je onderarm onder de kin te doen, heb je een nog stevigere controle.
Het heeft geen zin een schaap van achteren te pakken. Ze rent met je weg en bovendien ben je dan genoodzaakt de wol vast te pakken. Pak de kop en geen wol! U wilt ook niet bij de haren beetgepakt worden. Nu het schaap met de kop omhoog gecontroleerd stil staat, leg je je rechterhand om de staartwortel, laat de kop wat zakken en beweeg het schaap naar voren. Gaat ze te snel; kop omhoog en eventueel even tegen de romp duwen zodat ze van de rechte lijn afgaat. Dat is een extra rem.
Een andere methode van vervoer – zonder het schaap bij de vacht vast te houden – is de linkerhand onder de kin en met beide benen over het schaap te gaan staan. Als je je benen wat naar achteren verplaatst, richting de heup van het schaap en de kop laat zakken naar de natuurlijke stand, dan gaat het schaap lopen. Hoofd omhoog is weer afremmen. Heb je meer controle nodig, dan doe je beide handen om zijn kin, maar je eigen evenwicht wordt dan minder omdat je meer voorover staat.
2. Stilstaan.
Leg een hand onder de kin en hef de kop op. Stilstaan is dan verzekerd.
3. Op haar achterste zetten.
Duim in de mond, vingers om de kin geklemd. Andere hand op de rechterheup schaap. Je linkerbeen blijft staan, je rechterbeen gaat naar achteren. Het schaap op haar achterste zetten. Je staat links van het schaap. Hand onder de opgeheven kin. Zet je linkervoet onder het schaap, achter haar voorpoten. Leg je rechterhand op haar achterste. Duw je rechterbeen tegen de heup totdat je weerstand voelt en het schaap tegendruk geeft. Zet je rechtervoet een stap vooruit en blijf tegen de heup van het schaap drukken. Dan …. moet alles snel en gelijk. Je geeft met je rechterbeen een laatste duwtje, je linkerhand duwt de kop van het schaap wat omhoog en krachtig richting de staart, je rechterbeen gaat naar achteren, het schaap dreigt te vallen en je duwt het achterste van het schaap met je rechterhand omlaag. Je linkervoet blijft staan; dat is een draaipunt voor het schaap. De beweging moet snel, zonder horten of stoten gaan.
Als je de kop van het schaap achterwaarts beweegt, duw je je duim in haar mond. Vingers om zijn kin. Dan heb je meer grip. Doe de duim niet eerder in de mond, want dan wordt het schaap onrustig. Trek het schaap niet met je rechterhand omlaag als je met je rechterbeen wegstapt. Het schaap zal zich daartegen gaan verzetten. Je linkerhand doet het werk! Je duwt haar achterste omlaag als ze niet meer stevig op vier poten staat en dreigt om te vallen.
Sterk schaap op zijn achterste zetten
Schapen met krachtige nekken – oudere rammen bijvoorbeeld – krijg je met voorgaande methode niet om. Je krijgt hun hoofd niet omgedraaid. Je kunt je dan over het schaap buigen en de rechterpoot van de grond tillen en hem dan draaiend op zijn linker achterpoot, de kop toch zo ver mogelijk naar achteren draaiend, proberen op zijn achterste te krijgen. Schroom anders niet bij zo’n sterk dier hulp te vragen. De hulp kan aan de rechterkant van het schaap knielen, de linker achterpoot optrekken en met de schouder het schaap omduwen. De scheerder staat uiteraard links en houdt zijn linkerbeen onder het schaap achter de voorpoten.
Heb je geen hulp, bind dan een touw om zijn linker achterpoot en pak dat touw, onder de buik van schaap door, in je rechterhand. Trek de linker achterpoot van de grond en duw met je rechterarm het schaap om, zoals anders je hulp gedaan zou hebben.
4. Draai krachtig de kop.
Draai naar achteren en duw gelijktijdig de rechterheup naar je toe en omlaag. Het schaap valt op haar achterste. Trek haar aan de voorpoten omhoog tot ze zit.
5. De uitgangspositie van het scheren.
Laat het schaap met de rug tussen je benen leunen, klem haar daarmee vast en ze blijft zitten. Het schaap leunt met haar rug tegen en tussen je benen. Let wel: zij moet iets op haar linker of rechter bil rusten omdat ze anders op haar staartwortel zit. Dat is niet prettig voor haar.
6. Begin te scheren.
Laat haar linkerkant tegen je steunen. Begin achter het rechteroor en scheer omlaag. Klem haar kop tegen je aan. Stap iets naar links zodat haar linkerkant tegen je benen komt te rusten.
7. Scheer.
Scheer de gehele rechternek en hals tot aan de schouder en borst.
8. Stap achter het schaap.
Stap achter het schaap om en laat haar rechterkant nu tegen je benen leunen. Stap naar rechts. Zoveel dat de rechterkant van het schaap tegen je benen leunt. Let erop dat ze over haar staartwortel rollend van bil verandert.
9. Klem de kop.
Klem met je vrije hand de kop weer tegen je aan zoals in stap 6. Begin nu onder de kin.
10. Eerst links.
Scheer de linkerkant van de nek en hals. Je hebt dan de gehele nek en hals tot de borst vrij van wol.
11. Sta achter het schaap.
Klem de rug weer tussen je benen en scheer de borst. Met de vlakke vrije hand trek je de huid naar boven toe strak.
12. Ga verder met de buik.
Na de borst verder gaan met de buik. Hef met je vrije arm evt. haar poten op om betere toegang te krijgen.
13. Trek buikwand omhoog.
Het gedeelte van de buik nabij het uier zit onder de bolling van de buik. Trek met je vlakke vrije hand de buikwand omhoog zodat je er bij kunt.
14. Kniel.
Nu borst en buik vrij van wol zijn gaan we verder met de linker zijkant. Kniel op één been en leg de rechterschouder van het schaap op het opstaande linkerbeen en haar kop onder je arm.
15. Zijkant tot heup.
Scheer zo de gehele zijkant tot aan het heupgewricht. Laat het schaap dan langzaam steeds verder van je been zakken tot ze ligt.
16. Belangrijk!
Blokkeer met je rechterbeen beide voorpoten. Als de onderste poot vrijkomt kan ze gaan staan. Zet je vuist in haar dij om de achterpoot te strekken. Dat scheert makkelijker.
17. Bilpartij.
Om de bilpartij te scheren, leun je voorover en steun je met je vrije arm op de heup van het schaap en trek je de huid strak.
18. De staart.
Leun met je vrije onderarm op de heup. Pak met de vrije hand de staart. Scheer vanaf de punt omhoog naar de staart aanzet.
19. Staart tot kop.
Scheer nu in een lange baan van staart tot kop totdat je net over het midden van de rug bent.
20. Zitten.
Voor de andere kant moet het schaap eerst weer zitten. Trek haar aan de hals en kop omhoog. Zet dan wel een voet achter haar achterste.
21. Plaats linkervoet.
Plaats je linker voet tussen de achterpoten en je linkerbeen tussen de voorpoten. Je rechterbeen tegen de rug en het schaap zit weer “geklemd”.
22. Schouder.
Scheer nu de schouder van het zittende schaap. Gedurende deze tijd kunnen haar darmen zich weer rustig op de juiste plaats “zetten”.
23. De rechterzijkant.
Scheer nu de rechterzijkant zoals in stap 14 vermeld. Schouder op je rechter opstaande been. Voorpoten met je been tegen haar borst geklemd.
24. Huid strak trekken.
Trek met je vrije vlakke hand de huid naar je toe zodat die strak staat. Laat het schaap steeds iets verder zakken. Houdt de voorpoten geklemd!
25. Het schaap ligt.
Als het schaap geheel ligt, verwissel je je knielende been. Je kunt dan verder naar achteren reiken. Houdt met je geknielde been de voorpoten geblokkeerd! Doe je dat niet, dan is ze weg.
26. Klaar!
De vacht is één geheel gebleven. Ook hier weer: kop omhoog is stilstaan. Tijd om te controleren op ze goed geschoren is. Halsnummer omdoen, hoefjes nazien, ontwormen e.d.
27. De vacht.
De uitgespreide vacht van mest ontdoen. Dan in de lengterichting in drieën opvouwen. De scheerzijde aan de binnenkant.
28. Vacht oprollen.
De opgevouwen wol nu strak oprollen, beginnende aan de achterkant.
29. De halswol.
Opgerold tot de halswol, wordt die naar boven toe uitgetrokken en vervolgens rondgedraaid totdat het een stevig koord is. Dat koord draai je om de opgerolde wol heen en het uiteinde steek je onder het begin van het koord. De vacht heeft zichzelf nu “gebonden”.
30. Pakket.
De vacht is nu een compact pakketje. Makkelijk te vervoeren, op te slaan en te bewaren.